De WBP verbiedt het maken van kopieën van ID-bewijzen van werknemers van onderaannemers, maar tot 2016 stonden er hier geen sancties op. Omdat de Wet Ketenaansprakelijkheid wel vereist dat er gegevens genoteerd worden van werknemers van onderaannemers op sanctie van een boete, werden er door (hoofd)aannemers, voor het gemak wel kopieën gemaakt van hun ID-bewijzen.
Sinds 1 januari 2016 is het boetebeleid op grond van de WBP gewijzigd. De boete op het onterecht vragen naar of het verstrekken van een kopie van een ID-bewijs kan oplopen tot € 810.000,- of 10% van de jaaromzet. Daarom adviseert onder andere Bouwend Nederland om géén kopieën van ID-bewijzen te maken als daar geen wettelijke verplichting voor is (bijv. in het kader van de Wet Arbeid Vreemdelingen of voor eigen werknemers).
Wat betekent dit voor u?
Huurt u een onderaannemer in, dan:
Mag u geen kopie van het ID-bewijs van de werknemers van een onderaannemer vragen of maken. Tevens mag u niet van de onderaannemer vragen het BSN op de mandagenstaten te vermeld. U mag wél de identiteit controleren van de werknemers van de onderaannemer die bij u op de bouwplaats werken. Ook mag u wél de persoonsgegevens van de werknemers van de onderaannemer overschrijven.
Bent u onderaannemer, dan:
Mag u geen kopie van het ID-bewijs of andere persoonsgegevens van uw eigen werknemers verstrekken aan uw opdrachtgever en mag u geen BSN noteren op de mandagenstaten.
Wel mag u tegen uw werknemers zeggen dat zij zich moeten kunnen identificeren op de bouwplaats waar ze werken en dat de opdrachtgever gegevens mag overnemen van hun ID-bewijzen.
(Bron: Bouwend Nederland)