Verplicht gesteld door Rijkswaterstaat, het Rijksvastgoedbedrijf en ProRail vanaf 1 juli 2021.Per 1 juli 2021 is trede 2 verplicht, twee jaar later trede 3 en enkele jaren daarna trede 4.
Bron: Cobouw
Veel grote aannemers zijn al gecertificeerd. Bijvoorbeeld BAM, Heijmans, Volker Wessels, Dura Vermeer etc. Een overzicht van certificaathouders vindt u hier. Ruim 800 bedrijven hebben de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) ondertekend. Concreet betekent dit dat de bedrijven die de GCVB hebben ondertekend, vanaf 1 januari 2021 veiligheidsbewustzijn als verplichting opnemen in aanbestedingen of contracten. Bedrijven die opdrachten uitvoeren voor deze partijen, zullen dus in 2021 gecertificeerd moeten zijn volgens de Safety Culture Ladder.
1. Wat is de Safety Culture Ladder (voorheen ‘veiligheidsladder’)
De Safety Culture Ladder (SCL) is ontwikkeld door ProRail om het veiligheidsbewustzijn binnen organisaties te meten en te verbeteren, met als doel: het aantal onveilige situaties terug te dringen. De SCL bestaat uit vijf treden. Per trede wordt aangegeven aan welke bedrijfsaspecten het bedrijf voldoet. Hoe hoger de trede, hoe bewuster uw organisatie omgaat met de veiligheidsaspecten binnen de organisatie.
2. De 5 treden van de veiligheidsladder
De vijf treden van SCL 2.0:
-
Trede 1 – Pathologisch
Veiligheid is geen prioriteit. Incidenten worden vaak genegeerd of als onvermijdelijk beschouwd. Deze trede is niet certificeerbaar. -
Trede 2 – Reactief
Veiligheid krijgt alleen aandacht na incidenten. Regels zijn er, maar worden vooral gebruikt als iets misgaat. Deze trede is niet certificeerbaar, maar kan wel gebruikt worden als startpunt. -
Trede 3 – Berekenend (Bureaucratisch)
Er is aandacht voor veiligheid, meestal vanuit compliance. Procedures zijn aanwezig en worden gevolgd, maar veiligheid is nog geen gedeelde waarde. Dit is de eerste certificeerbare trede. -
Trede 4 – Proactief
Medewerkers en leidinggevenden voelen zich verantwoordelijk voor veiligheid en handelen ernaar. Er wordt geleerd van bijna-ongelukken en risico’s worden actief beheerst. Certificeerbaar. -
Trede 5 – Vooruitstrevend (Generatief)
Veiligheid is volledig geïntegreerd in de organisatiecultuur. Continu verbeteren is de norm. Iedereen voelt zich verantwoordelijk voor elkaars veiligheid. Hoogste certificeerbare niveau.
3. De norm SCL
De vijf thema’s van SCL 2.0 zijn:
- Beleid en leiderschap
Beoordeelt de visie, strategie en leiderschapsstijl met betrekking tot veiligheid. - Kennis en vaardigheden
Evalueert de competenties en opleidingsprogramma’s die bijdragen aan een veilige werkomgeving. - Primaire en secundaire processen
Kijkt naar de integratie van veiligheid in de dagelijkse werkprocessen en ondersteunende systemen. - Samenwerken met externe partijen
Beoordeelt de veiligheidscultuur in de samenwerking met leveranciers, onderaannemers en andere externe partners. - Leren en verbeteren
Evalueert de mechanismen voor het leren van incidenten, feedback en continue verbetering op het gebied van veiligheid.
Deze thema’s worden beoordeeld op basis van twee categorieën:
- Randvoorwaarden: Wat de organisatie moet hebben georganiseerd of ingericht op het gebied van veiligheid en gezondheid.
- Gedrag: Wat er gedaan of gelaten moet worden door de personen binnen de organisatie voor de betreffende trede.
4. Certificering
4.1 Self Assessment
Iedere organisatie die gecertificeerd wil worden voor de SCL is verplicht om een self assessment uit te voeren. Het self assessment is een interne audit die gericht is op het vaststellen van het implementatieniveau van de SCL binnen de organisatie. Het self assessment wordt door het auditteam gebruikt als input om vast te stellen op welke wijze de organisatie de veiligheidsladder heeft geïmplementeerd. Enkele CI’s bieden bij een overeenkomst dit document gratis aan. Daarnaast heeft de NEN een webtool ontwikkeld.
4.2 De externe audit
Bij elk onderdeel worden eisen gesteld aan de organisatie waarbij gedetailleerd wordt aangegeven hoe de auditor dit dient te beoordelen. In tegenstelling tot andere certificatieschema’s ligt het accent veel minder op het controleren van documenten en meer op interviews met medewerkers. Een audit bestaat uit een bezoek van minimaal twee projecten (afhankelijk van het totaal aantal projecten) en alle kantoorlocaties.
Projecten
Op de projecten wordt gekeken naar de werkprocessen. Daar waar mogelijk worden korte verificaties uitgevoerd met de aanwezigen. Er wordt hier geen onderscheid gemaakt tussen eigen of externe medewerkers.
Kantoorlocaties
Op de kantoorlocaties worden rondgangen uitgevoerd en interviews afgenomen met medewerkers van de organisatie. Indien van toepassing, kan het zijn dat ook externe medewerkers worden meegenomen in de auditplanning. Op een auditdag worden diverse interviews gehouden. Elke interview bestaat uit een open gesprek van ongeveer 1 á 1,5 uur. Tijdens het interview wordt geen gebruik gemaakt van een vragenlijst.
Auditteam
Het auditteam bestaat altijd uit minimaal twee auditoren. Een groot verschil met andere certificatieschema’s is dat de interviews altijd worden uitgevoerd in het bijzijn van de tweede auditor.
Afronding audit
Aan het einde van de gehele audit volgt een terugkoppeling aan het management, inclusief een voorlopige trede toekenning.
5. Planning
De ervaring leert dat het verstandig is om ruim de tijd te nemen voor de implementatie van de Safety Culture Ladder. Ook voor bedrijven met een VCA**-systeem, komen er veel nieuwe aspecten bij. Afhankelijk van de omvang van de organisatie is een implementatieperiode van 6 maanden (kleine en middelgrote organisaties) tot 12 maanden (grote organisaties) reëel.